Say where it stands on in de medezeggenschap?
Welke taal spreekt een internationaliserende universiteit? De 149ste Overlegvergadering van onze Universiteitsraad en het College van Bestuur is nog in het Nederlands.
Maar hoe lang zal het nog duren voor ook hier het Engels een steeds prominenter plaats in zal nemen? Dit was onderdeel van de discussie over het uitvoeringsplan Taalbeleid.
Taalbeleid: waar gaat dat over?
De Leidse universiteit telt steeds meer internationale studenten en staf die de Nederlandse taal niet machtig zijn en de Nederlandse staf heeft steeds meer Engelstalige taken. In het uitvoeringsplan Taalbeleid wordt het beleid opgeknipt in een 8-tal werkpakketten die elk een taalprobleem moeten oplossen.
Zo is het de bedoeling dat Nederlandse wetenschappers die Engelstalig onderwijs gaan verzorgen een toets en eventueel een cursus doen om de student te verzekeren dat het deugdelijk Engels wordt gesproken in de ‘classrooms’. Andersom is het de bedoeling dat bachelor studenten in Engelstalige programma’s een online cursus Nederlands aangeboden krijgen, zodat zij zich meer thuis gaan voelen en makkelijker aan ‘community building’ kunnen doen. En natuurlijk gaat ervoor gezorgd worden dat studenten en medewerkers niet op een informatieachterstand komen te staan als gevolg van het niet beschikbaar zijn van noodzakelijk informatie in het Nederlands of Engels.
Een tweetalige universiteit?
Hoewel de Leidse universiteit een enorm aantal talen doceert bij de Faculteit der Geesteswetenschappen, gaat het in het Taalbeleid vooral om het Nederlands en het Engels. Logisch, in deze talen worden de meeste opleidingen verzorgd. Vanzelfsprekend zijn daarbij de Nederlandstalige opleidingen minder internationaal georiënteerd dan Engelstalige opleidingen, hoewel bijna elke Nederlandstalige opleiding Engelstalige vakken aanbiedt voor bijvoorbeeld uitwisselingsstudenten. Daarmee is de Leidse universiteit de facto tweetalig.
Een gevaar bij het uitvoeren van taalbeleid aan een tweetalige universiteit, is het te strikt opvatten daarvan. Dan zou alle informatie in twee talen beschikbaar moeten zijn en dat is veel gevraagd van de communicatiecollega’s en het is bovendien niet strikt noodzakelijk. Vandaar dat het uitvoeringsplan in de ogen van de universiteitsraad een zekere mate van pragmatisme kan hanteren, met als bottom line dat er geen informatieachterstanden bij studenten en medewerkers mogen ontstaan.
Taal van bestuur en medezeggenschap
Op het punt van de taal van bestuur en medezeggenschap vond de Universiteitsraad het uitvoeringsplan Taalbeleid echter onhelder. Natuurlijk ervaart de Leidse academie dat de academische ‘lingua franca’ steeds meer het Engels is. Toch is niet voor niets het primaat in bestuur en medezeggenschap bij het Nederlands gelegd. Elk bestuur in de universiteit moet immers op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving waarbinnen deze geacht wordt te handelen. Nederlandse wet- en regelgeving zijn in vertaling immers niet rechtsgeldig.
Aangezien de medezeggenschap de taak heeft het bestuur kritisch te volgen, van advies te voorzien en in voorkomende gevallen mee te beslissen over belangrijke onderwerpen, dan lijkt het logisch dat beiden dezelfde taal hanteren. En dat zou dus het Nederlands moeten zijn.
Maar hoe dan om te gaan met internationale studenten en medewerkers? Zij hebben eveneens recht op vertegenwoordiging in de medezeggenschapsorganen. Ook hier lijkt een pragmatische aanpak verstandig, waarbij de leden van de medezeggenschap het Nederlands op hoog niveau machtig zijn en hun informatie halen bij alle leden van de universitaire gemeenschap. Dat is geen eenvoudige taak, zo heb ik gemerkt in de afgelopen vier jaar. Ik zou dus de universitaire gemeenschap willen uitdagen om manieren te vinden om nut en noodzaak van medezeggenschap aan de man/vrouw te brengen.